Skip to content

Thuis en nabij

Alle kinderen verdienen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs. Een plek waar wordt gekeken naar hun mogelijkheden, waar ze worden uitgedaagd en waar ook aandacht is voor een eventuele beperking. Kinderen gaan, als het kan, naar het regulier onderwijs. Het speciaal onderwijs blijft bestaan voor kinderen die daar het best op hun plek zijn.

Het passend onderwijs werd in 2014 ingevoerd. Vanaf die tijd zijn scholen verplicht om voor alle leerlingen een passende plek te vinden, ook als een leerling ondersteuning nodig heeft. Met de invoering van het passend onderwijs is ook de zorgplicht voor scholen ingevoerd. Leerlingen met extra ondersteuning krijgen indien mogelijk dicht bij huis het onderwijs dat ze nodig hebben. Schoolbesturen organiseren dit met elkaar in regionale samenwerkingsverbanden en bepalen ook met elkaar hoe de vergoedingen worden besteed (vroeger was dit een leerlinggebonden financiering of ‘het rugzakje’). Concreet houdt dit in dat scholen in het schoolondersteuningsprofiel vastleggen welke ondersteuning zij leerlingen kunnen bieden. 

Samen en dicht bij huis

Het belangrijkste uitgangspunt van passend onderwijs is: ‘Regulier als het kan, speciaal als het moet’. Het streven is dat leerlingen met of zonder ondersteuningsbehoefte naar dezelfde schoollocatie gaan en daarmee samen en dicht bij huis het onderwijs krijgen dat zij nodig hebben. Als die ondersteuning niet op de eigen school kan worden gegeven, zoekt de school met de ouders en leerlingen naar een andere passende onderwijsplek in de buurt. Dat kan een andere reguliere school zijn of een school voor speciaal onderwijs. 

Ons schoolbestuur (INOS) maakt deel uit van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs met de naam Regionaal Samenwerkingsverband Breda e.o. (30-03) In dit samenwerkingsverband participeren 26 schoolbesturen voor primair onderwijs met in totaal 137 scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Niet alle schoolbesturen voor speciaal onderwijs zijn wettelijk deel van het nieuwe samenwerkingsverband. Alleen scholen voor langdurig zieke leerlingen, zeer moeilijk lerende leerlingen, leerlingen met een lichamelijke beperking en leerlingen met gedragsproblemen en/of psychiatrische stoornissen doen in het samenwerkingsverband mee. Met de schoolbesturen speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende en dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen zijn samenwerkingsafspraken gemaakt.

Passend onderwijs is er voor alle leerlingen. In de praktijk gaat het vooral om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking, een chronische ziekte of bijvoorbeeld gedrags- of leerproblemen. Maar ook hoogbegaafdheid kan aanleiding zijn om extra ondersteuning te organiseren.

De nieuwe Wet Passend Onderwijs schrijft enerzijds een aantal zaken voor die het samenwerkingsverband moet regelen, anderzijds geeft de wet vrijheden om op lokaal niveau zelf beleid te maken. Dit beleid wordt gemaakt door het bestuur van het samenwerkingsverband dat bestaat uit een vertegenwoordiging van alle deelnemende schoolbesturen. De schoolbesturen die in het samenwerkingsverband samenwerken krijgen van het ministerie van OC&W (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) geld om het onderwijs te regelen voor leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben. Hiertoe maken de schoolbesturen gezamenlijk een ondersteuningsplan dat moet garanderen dat iedere leerling een passend onderwijsaanbod krijgt.

Zorgplicht

Schoolbesturen hebben zorgplicht. Dit betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling, die bij de school staat ingeschreven of is aangemeld en die extra ondersteuning nodig heeft, een passend onderwijsaanbod krijgt. Dit houdt in dat na aanmelding de school eerst zorgvuldig gaat onderzoeken wat uw kind nodig heeft en of de school die ondersteuning zelf kan realiseren, eventueel met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband. Als de school de ondersteuning niet zelf kan bieden en aangeeft dat uw kind het beste naar een andere school kan gaan, moet de school, na overleg met u, zorgen dat er een andere school gevonden wordt die wel een passend aanbod kan doen en uw kind kan toelaten. Dit kan een andere basisschool zijn, maar ook een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Goed overleg met de ouders is in deze situatie uiteraard belangrijk.